Van de kust naar de bergen

29 maart 2019 - San Gil, Colombia

Ik begin dit verhaal te schrijven tijdens een van de zoveelste lange busritten die we deze reis ondergaan. Het klinkt misschien gek, maar we keken uit naar deze busrit, het voelt namelijk enigszins rustgevend. Deze rit geeft ons weer de gelegenheid om 13 uur lang rustig naar buiten kijken, onze gedachten op een rij te zetten en terug te blikken op alles wat we ervaren hebben.
In totaal hebben we inmiddels al 152 van deze reflectie uren in de bus gehad, oftewel we hebben al 6 dagen en 8 uur lang in totaal in de bus gezeten.
Voor degenen die het nog niet weten, Arjen is de man van de bijzondere statistieken. Het aantal bus-uren, vluchten, kilometers en stappen worden nauwkeurig bijgehouden of terug beredeneerd en dit levert grappige reisfeitjes op.
We zijn vandaag op weg naar San Gil, het berggebied in het Oosten van Colombia. Nadat we 2,5 week doorgebracht hebben in het Noorden van Colombia, verlaten we vandaag het Caraïbisch kustgebied.

Op dinsdag 5 maart komen we, zoals beschreven aan het eind van ons vorige verhaal, aan in de havenstad Santa Marta met haar 400.000 inwoners. Dit is de oudste stad van Colombia, namelijk gesticht in 1525 door een Spaanse veroveraar.
Onder de reizigers staat deze stad bekend als een gevaarlijke stad die het niet waard is om te bezoeken. De drugshandel en armoede is er groot en dit is goed zichtbaar. Ook ligt de stad maar 260 kilometer van de Venezolaanse grens af en de vluchtelingen toestroom is momenteel enorm. Het is begrijpelijk dat veel backpackers gebieden als deze overslaan, maar rechtvaardig voelt het voor mij niet. Het armoedige straatbeeld van delen van deze stad is, naast al het natuurschoon, ook deel van Colombia. Mensen, liggend op de grond, bedelend om een schrijntje en vechtend om iedere dag weer te overleven is de harde realiteit van dit land.
Arjen en ik kwamen steeds terug in Santa Marta na uitstapjes in de omgeving te hebben gemaakt. Na in totaal 6 nachten in deze stad verbleven te hebben, voelden wij ons er thuis. Met ons opgespaarde kleingeld probeerden we enkele bedelaars weer te voorzien van een banaan of kokosnoot en als een hoogzwangere Venezolaanse vrouw op de grond lag te slapen, gaven we wat extra. Maar ook wij weten dat onze minieme gulheid op de lange termijn absoluut geen bal uitmaakt, een pijnlijke waarheid.

Na de eerste twee nachtjes in Santa Marta doorgebracht te hebben, gaan we naar een huisje in de natuur om daar te genieten en ontspannen. Na vier nachten in het zogenoemde ‘Entre  Bosques’ doorgebracht te hebben, nemen we op maandag 11 maart de mototaxi naar het strand. Het woord verklapt het al, je gaat met je hele bepakking achterop op de motor over off-road wegen die niet geschikt zijn voor auto’s. Na een wild hobbelend motorritje van 20 minuten komen we aan bij een waar paradijsje, Bohemia Beach hostel.
Dit is een onlangs geopend hostel direct aan het strand gelegen, met een privé kustlijn van wel 1 km lang. Oftewel, geen luidruchtige toeristen met parasols die met een laag zonnebrandcrème liggen te bakken in de zon en overal afval en sigarettenpeuken laten slingeren.
Nee, enkel de wilde Caraïbische zee met een natuurlijk strand vol kreupelhout, schelpen en op de grond gevallen kokosnoten van het palmbomenbos wat er vlak achter ligt.
5 nachten lang vallen we met het geluid van de wilde golven in slaap. Iedere ochtend worden we vroeg wakker door de fluitende vogeltjes en het daglicht. We ontbijten dagelijks rond 7 uur in de ochtend bij het vegetarische restaurant wat het hostel erbij runt en iedere dag maken we met z’n tweeën een strandwandeling die we afsluiten met een duik in de zee. In de middag schrijven we ons in voor het diner, wat iedere dag weer varieert, van overheerlijke kikkererwten curry tot Mexicaanse groente taco’s. Om half acht in de avond loopt iedereen langs de bar om zijn eigen bordje met eten op te halen, een efficiënt en grappig systeem. Op de derde dag lopen we ’s middags 2,5 kilometer over het strand en komen we uit bij een lokaal visrestaurantje waar we een vers gevangen visje eten met gebakken banaan en rijst. Het is zo onwijs fijn om hier te zijn en ons te laten verwennen met heerlijk eten, verse kokosnoten en ’s avonds een biertje in de hangmat.
Het voelt dan ook vreemd om hier na vijf heerlijke dagen te vertrekken, we voelden ons er erg thuis en het vertrek voelt als een leegte.

Op 16 maart komen we helemaal ontspannen weer terug in het drukke Santa Marta waar we nog eens twee nachtjes verblijven. We eten in Santa Marta bij ons inmiddels favoriete Indiaas restaurant (waar onze slaapzaalgenoten mogelijk iets minder blij mee zijn i.v.m. de luchtjes van al dat kruidige eten) en onderzoeken het idee om een meerdaagse wandeltocht te gaan doen. Er blijkt een populaire tour te zijn waarbij je met een groep van 16 toeristen een 4-daagse wandeltocht naar een ‘verloren precolumbiaanse stad’ maakt. Echter hebben wij geen zin in zo’n toeristisch gedoe en wanneer we dit tegen een hostelmedewerker vertellen, komt hij met een ander idee. Hij kent een lokale gids die ons in een drie daagse wandeltocht mee kan nemen naar echte inheemse dorpen, waar toeristen normaal gesproken niet komen. Ondanks de grote prijs die we onze privé gids hiervoor zullen betalen, kiezen we ervoor om met hem op avontuur te gaan.

Op maandag 18 maart haalt de gids ons om 5:00 in de ochtend op bij ons hostel. We hadden niet veel verwachtingen, maar het feit dat onze gids een oud mannetje van 70 jaar is, die mank loopt door zijn heupklachten en enkel Spaans spreekt, hadden we toch niet helemaal aan zien komen.
We lopen in de vroege ochtend naar de markt en kopen daar wat verse maracuja’s, appels en passievruchten voor onderweg. Vervolgens wachten we op de bus en zien we de grote markt van Santa Marta in de vroege ochtend ontwaken. Om 5:45 zitten we in de bus en rijden we 1,5 uur langs de kuststrook naar het Sierra Nevada National Park. Eenmaal aangekomen bij een van de park-ingangen, pakken we alle drie een mototaxi die ons verder het natuurgebied in brengt. De motoren brengen ons via een hobbelig en zanderig off-road pad naar boven, de berg op. De zandweg is zo onregelmatig dat je zou denken dat dit toch haast mis moet gaan op zo’n steile weg naar boven en dat gaat het helaas ook. Mijn (Roos) chauffeur heeft even net iets te weinig snelheid waardoor we op de klim naar boven samen omvallen met de motor boven op ons… De schade viel mee hoor.
We komen aan bij het startpunt van de wandeling en samen met onze veeljarige gids Gustavo verdwijnen we in de jungle achtige bossen. We wandelen afwisselend stijgend en dalend door het bos naar een heldere rivier die over de bodem van een klein dal stroomt. Gustavo en ik trekken onze zwemkleding aan en zwemmen een stukje in de verkoelende rivier. Arjen slaat deze keer over, want er komen volgens onze gids nog heel wat rivieren en zwemmogelijkheden op ons pad.
Na een fruitje en een slok water wandelen we weer verder. We komen kilometers lang helemaal niemand tegen, alleen de enorme reuzenspinnen en salamanders die ons vergezellen.
Na 10 km gelopen te hebben komen we aan bij het mini dorpje Quebrada del Sol, hier krijgen we een lokaal lunchmenu met o.a. groente- bananensoep, rijst en ei. Hierna vervolgen we onze weg die ons na nog eens 8 kilometer lopen naar het inheemse dorpje brengt. De wolken zitten vandaag beschermend voor de zon, maar ondanks dat hebben we toch in een vochtig klimaat met 30 graden Celsius 18 kilometer door de bergen gelopen en onze kleren zijn doorweekt van het zweet.
Vanaf boven op de heuvel zien we het inheemse dorpje (pueblo indigena) liggen, geïsoleerd ligt het daar in volkomen stilte in een groen dal. We zien van een afstand de rieten daken van de ronde met modder gebouwde hutjes liggen en we lopen de heuvel af naar beneden.
Er heerst een diepe stilte wanneer we het dorpje inlopen, we zien een kindje in haar witte inheemse klederdracht giechelend om een hoekje kijken en vervolgens weer wegrennen.
Om ons heen staan ongeveer 18 oeroude hutjes met in het midden één grote gezamenlijke moeder-hut. Er wonen hier 70 mensen en enkele hutjes staan momenteel ook leeg. Dit dorpje is ongeveer 200 jaar oud, maar in het natuurgebied zijn, wanneer je dieper de natuur in gaat, nog veel oudere dorpen te vinden.De mensen hier zijn zelfvoorzienend en leven enkel van hun eigen plantages en van het water van de rivier. Er lopen kippen rond en er staan onder andere kruiden-, bananen- en yucaplantages (cassave) om ons heen. We krijgen met z’n drieën een hutje aangewezen en hierin worden drie stoffige, naar vuur ruikende hangmatten opgehangen, waar wij in mogen slapen.
We lopen verder naar beneden en zwemmen aldaar in de blauwe rivier. Vervolgens struinen Arjen en ik wat rond in het kleine dorpje en maken we contact met de kindjes die er wonen. Na een tijdje lopen we terug naar onze donkere hut, waar een simpele salade en wat warme cassavewortel voor ons klaar staat. Met een volle buik, smeren we ons in tegen de vele muggen en gaan we in onze hangmat liggen.
Na een slechte nachtrust, staan we rond 6 uur op om een duik in de rivier te nemen. Vervolgens wandelen we weg uit het mysterieuze oude dorpje en lopen we zonder ontbijt genuttigd te hebben 8 kilometer terug naar het voor ons inmiddels bekende dorpje Quebrada del Sol. Aldaar krijgen we een brunch in lokale stijl (lees: banaan, rijst en kip) en lopen we na een pauze nog 4 kilometer naar onze volgende verblijfplaats. We komen aan bij een soort afgelegen hotel in de bergen en vanuit hier maken we nog een korte wandeling. Na een zwemmende oversteek door de heldere rivier, lopen we naar een ander inheems dorpje.
Nadat we weer bij het hotel terugkomen, maken we onze bedden gereed en gaan we na een vlot diner vroeg naar bed.
We slapen dit keer iets beter, maar al snel wordt het duidelijk dat ik getroffen ben door de nachtmerrie onder de backpackers: bedbugs. Ik heb beten en rode bulten van bedwantsen over mijn benen, armen en rug die leiden tot 4 dagen lang opstaan en naar bed gaan met enorme jeuk, vreselijk!!
De derde wandeldag nemen we om 7 uur ’s ochtends een duik in een prachtige diepe rivier die op 2km loopafstand van ons ligt. Verder staat deze dag vooral in het teken van 19 pittige kilometers door de bergen terug wandelen naar de bewoonde wereld, waar we de bus weer terug pakken naar de oude vertrouwde stad, Santa Marta.

De meerdaagse wandeltocht was niet alleen fysiek, maar ook mentaal een uitdaging. Door het slechte slapen en de karige faciliteiten had ik, voor het eerst in deze hele reis, behoorlijk last van heimwee. Het missen van een vertrouwd bed, het missen van een eigen keukentje waar ik dolgraag een lekker en gezonde maaltijd klaarmaak en het missen van mijn ouders die me op wonderbaarlijke wijze altijd het gevoel geven dat alles goed komt.
Daarnaast probeerden we met de Spaanstalige Gustavo zo goed mogelijk te communiceren met onze beperkte woordenschat, waardoor onze breinen na drie volle dagen als puree voelden.

Maar goed, eenmaal terug in Santa Marta komen we weer rustig bij en maken we ons klaar voor ons volgende avontuur.
Met de busrit, die ik aan het begin van deze blog beschreef, vertrekken we namelijk op vrijdag 22 maart naar San Gil. Dit dorp ligt midden in een gebied van bergen, kloven en wilde rivieren en dit leent zich perfect voor extreme outdoor sporten.
Nadat we de eerste vier dagen in een open bungalow midden in de natuur geheel tot rust komen, vertrekken de vijfde dag naar een hostel dat midden in het gemoedelijke dorp ligt. Vanuit hier boeken we een avontuurlijke rafttrip op de Suarez rivier en een ochtend paragliden over de Chicamocha Canyon.

Het raften was een heftige boottocht op een zeer wilde rivier, waarbij de internationale moeilijkheidsschaal van deze rivier in klasse 5 ligt. Dit is de maximale wildwaterklasse die nog met een raftboat begaanbaar is. De hoogste klasse, nummer 6 is namelijk enkel met een lichte en wendbare kayak bevaarbaar.
Omdat het water vanwege het regenseizoen zo hoog stond, gingen er met onze trip het dubbele aantal gidsen mee dan gewoonlijk (6 gespierde mannelijke gidsen waarvan er 3 per kayak gingen om ‘zwemmers’ te redden).
Na een safetybreefing en oefening van één uur lang waren we allemaal klaar voor de adrenaline bruisende tocht. Arjen en ik baanden ons samen met onze 5 groepsgenoten en 2 gidsen al peddelend en zwoegend een weg door de rivier. Bij een akelige val in het water kwamen Arjen en ik onder de boot terecht in het bruine wilde rivierwater en een paniek overspoelde ons. Nadat we met alle mogelijke macht een weg zochten om eronder uit te komen en om ons heen sloegen om ons af te kunnen zetten, kwamen we proestend weer boven. Vervolgens werden we door de krachtige stroming meegevoerd en uit elkaar gedreven. We probeerden tegemoetkomende rotsen te vermijden en na voor ons gevoel een eeuwigheid, werden we beide uit het water gered door een kayak (Arjen) en een raftboat (Roos). De rest laten we vooral aan jullie verbeelding over met behulp van de bijgevoegde video van een stukje waarbij het wél goed ging 😉

Geniet ook mee met ons paraglide avontuur middels de foto’s, waarbij ik met enig risico voor het verliezen van mijn telefoon plaatjes schiet terwijl Arjen en ik 40 minuten lang zwevend door de lucht over de toppen van de kloof vliegen.

Bekijk de foto’s in de twee nieuwe albums Noord en Oost Colombia. Geniet van het verhaal en tot de volgende keer, liefs ons!

Maak je reisblog advertentievrij
Ontdek de voordelen van Reislogger Plus.
reislogger.nl/upgrade

Foto’s

7 Reacties

  1. Cees:
    29 maart 2019
    Prachtig verhaal weer, jullie zijn me toch een stel!
  2. Ineke:
    29 maart 2019
    Heerlijk om zo met jullie mee te leven. En heftig, die video. Zwaar lijkt me, dat raften.
    De foto’s spreken boekdelen, geweldig. Jullie staan zelf echt stralend op de foto.
    Geniet nog maar volop de laatste weken. Enne, vergeet niet om af en toe nog lekker te relaxen.

    Liefs
  3. Tante Marlie:
    29 maart 2019
    Ik vind het zo leuk om jullie reisavonturen te volgen!
    Heftig filmpje van jullie raftexperience.
    Een onvergetelijke reis!
    Nog goede laatste weken en wel thuis. Fijn om jullie straks weer te zien, liefs
  4. Arie:
    30 maart 2019
    G E W E L D I G !
    Wat een ervaringen weer: mooi, enerverend, (ont)spannend, indrukwekkend. Kan me zo goed voorstellen dat het soms heerlijk is om met het verstand op nul en de blik op oneindig urenlang het landschap voorbij te zien glijden vanuit de bus. En ehhh.., ik geniet zeker met volle teugen van jullie uitgebreide verslagen. Waarvoor dank!
  5. Martine:
    30 maart 2019
    Wat een avonturen!
  6. Fenny:
    31 maart 2019
    Prachtige dingen weer gezien en gedaan en veel beleefd zeg. Heel mooi en zeer apart soms maar ook heel heftig en avontuurlijk af en toe. Weer erg mooie foto's. Wat een indrukken zullen jullie in je hoofd hebben van de afgelopen maanden. Nog lekker genieten de laatste weken . Tot snel ziens😄 liefs mam
  7. Eefje:
    2 april 2019
    Wowie Roosje en Arjen, wat een verhaal weer, wat een belevenissen!
    Wel heftig hoor, al die armoede in Santa Marta...
    En wat een overgang naar het Caraïbische strandje! Klinkt als een paradijsje!
    Schrikken van je motor ongeluk zeg Roos, maar goed dat je er zonder al te veel schade vanaf bent gekomen!
    En dan ook nog die bedbugs, jullie hebben we een beetje pech gehad die laatste dagen!
    Maar dat raften is dan wel weer heeeel vet! En paragliden, jullie beleven me wat af daar! Heel veel plezier nog daar samen!